Naar aanleiding van de release van Dossier K – de langverwachte opvolger van één van de meest succesvolle Vlaamse film aller tijden, De Zaak Alzheimer (2003) – had ondergetekende op de filmset een enthousiast, boeiend en vooral open gesprek met de sympathieke regisseur van dienst Jan Verheyen (Team Spirit, Los). Deze spannende policier, met opnieuw Koen De Bouw en Werner De Smedt als het dynamische flikkenduo Vincke en Verstuyft, draait vanaf 9 december in alle grote bioscopen.
Dossier K is een opvolger van het succesvolle De Zaak Alzheimer. Wat bedoel je met deze nuance?
Dat is toch wel belangrijk. Je hebt een aantal boeken waar Vincke en Verstuyft de hoofdrol spelen, maar die boeken staan verder op zichzelf. Je kan het een beetje vergelijken met de Bourne-films. Vincke en Verstuyft nemen het dit keer op tegen de Albanese mafia. Dat is wel héél kort door de bocht (lacht), maar uiteindelijk komt het daar wel op neer. Het is dus zeker geen sequel. Trouwens op wat zou het een vervolg zijn aangezien bijna iedereen dood was (lacht). Het is wel een opvolger, de tweede film zeg maar in wat mogelijk een hele reeks ‘Vincke en Verstuyft’-films zou kunnen worden.
De Zaak Alzheimer was ongelofelijk succesvol. Mensen gaan sowieso met een bepaald verwachtingspatroon de bioscoopzaal binnengaan. Wat gaan de mensen kunnen verwachten van Dossier K?
Ze gaan hoe dan ook een houvast hebben aan de personages. Je hebt natuurlijk Vincke en Verstuyft, maar ook Linda de Leenheer – gespeeld door Hilde De Baerdemaeker – keert terug. Verder heb je nog een boel bekende gezichten uit de eerste film. Het blijft ook een genrefilm, een zogenaamde policier, die een beetje in de lijn licht met De Zaak Alzheimer. Verwacht je dus niet aan een minimalistische prent, in sepiatinten of iets dergelijks, maar wel een goed vertelde ‘mainstream’ politiefilm. Het grote verschil zal echter wel zijn dat dit een heel episch verhaal is. De film begint in Albanië, eindigt in Albanië en tussendoor zitten we in Antwerpen. Dit geeft overigens een erg mooi contrast tegen het ruwe, geïsoleerde, ongerepte Albanië tegenover Antwerpen, dat we toch gaan neerzetten als een soort Seven-achtige metropool waar het zelden goed weer is. Wat ook nog klopt! (lacht) Ook een verschil is het exotische. Zo graven we vrij diep in de erecodes van de Albanese mafia, de zogenaamde “kanun”. We probeerden dit erg authentiek te benaderen à la Eastern Promises. Wat dat betreft zal het zeker een interessante inkijk geven in een wereld waar we misschien wel al is van gehoord hebben, maar waar verder zeer weinig over geweten is.
Je zei net iets van de sepia-kleuren en dergelijke, maar wat mij – buiten het goede verhaal en strakke acteerwerk – zeker is bijgebleven is de internationale look van De Zaak Alzheimer door het vloeiende camerawerk en gebruik van kleurenfilters.
Absoluut! In die zin zou Dossier K zich moeten inschrijven in de lijn van De Zaak Alzheimer, Windkracht 10, Loft en ondanks het mindere succes zeker ook Alias. Ik vind het moeilijk om de term ‘onvlaams’ te moeten verduidelijken, maar qua look en uitzicht zou het tot op zeker hoogte de vergelijking moeten doorstaan met andere gelijkaardige genrefilms die in Amerika, Frankrijk en de Scandinavische landen gemaakt worden. Dat gaan we zeker vasthouden!
Erik Van Looy zei me in een interview dat hij voor De Zaak Alzheimer hevig beïnvloed was door Michael Mann. Nu dat jij aan het roer staat van deze opvolger, ga je dan toch je eigen draai aan het geheel proberen geven?
Er zijn een aantal beslissingen genomen waarvan we hopen om deze ook consequent door te voeren, wat betreft camerawerk, zeer veel steadycam, ook veel travels en helicoptershots. Een zeer grote ‘smoothness’ zeg maar. De referentiefilms zijn toch weer de Bourne-films geweest qua nervositeit van de actie. Als er bij ons dan toch eens geld voorradig is voor een carcrash dan laat men deze eindeloos duren. Dan zie je deze uit vier verschillende hoeken en liefst dan ook nog eens lichtjes vertraagt. Deze fout hebben wij proberen te vermijden. Bij ons zal een carcrash enkel de impact zijn. Als je toevallig in uw popcorn zat, dan zal je de film nog eens terug moeten gaan kijken! (lacht) Dit is natuurlijk veel realistischer. Voor de rustigere scènes hebben we dan toch weer meer gekeken naar Seven als referentiepunt. Die personages staan bijna altijd in de regen! Heat, toevallig van Michael Mann, daar hebben we ook naar gekeken. We gebruikten overigens geen storyboards met de welbekende tekeningen, maar stills uit andere films.
Het is nu zes jaar later na De Zaak Alzheimer. De Vlaamse film leeft als nooit tevoren. Gaf dit meer mogelijkheden bij het maken van Dossier K?
Ik ga zeggen ja en neen. Het geeft mekaar de hand. Sinds binnenkort is er ‘tax shelter’-regeling en dit maakt het mogelijk om op een interessante manier te investeren in Vlaamse films. Feit dat er dan inderdaad een nieuwe dynamiek is en dat er veel films zijn die een groot publiek trekken, die voeden dit dan ook weer. Toch zou ik nog altijd niet aanraden om je spaargeld te gaan investeren in een film, dit is interessanter voor bedrijven dan voor particulieren. Want we moete er eerlijk in zijn, het gaat nog altijd maar over een markt van maximum zes miljoen mensen. Zodoende zullen we bij ons nooit een filmindustrie kunnen hebben die puur op commerciële leest is geschoeid is zoals de Amerikanen of de grotere landen. Je zal altijd een combinatie hebben van subsidies, tax shelter en televisiegeld. Deze financiering heeft ook een glazen plafond en Dossier K zal net als Loft en Windkracht 10 aan dat plafond zitten. Je kan gewoon niet meer. Laat ons zeggen dat het budget rond de vier miljoen euro zit.
Het is dus niet zo dat je prompt een extra miljoentje krijgt aangeboden door het immense succes van De Zaak Alzheimer of Loft?
Absoluut niet. Zo werkt het niet. Je voelt wel dat het makkelijk is om je ‘tax shelter’-partners te kiezen, waar je voor een kleinere of minder bekende film iets harder zult moeten zoeken. Dus je voelt uiteraard wel dat de de film zeker verwachtingen creëert in de markt.
Over deze hoge verwachtingen gesproken. Heb je geen bang dat mensen…
(Jan onderbreekt vol enthousiasme) Mijn vader zei altijd: “Al wie bang is, krijgt ook slaag!”. Wat overigens zeer slim gevonden is! (lacht) Maar ik weet wat je wilde zeggen en ik zou dit nooit durven als dit mijn eerste of tweede film was. Maar nu is het mijn tiende film, de twee volgende staan ook al in de steigers en heb ondertussen al een redelijk dik vel gekweekt. We gaan uiteraard vergeleken worden met De Zaak Alzheimer en ook met andere films, maar wij kunnen niet meer doen dan een in onze ogen zo goed mogelijke film te maken. Dat hebben we dan ook in alle oprechtheid en integriteit gedaan. Dan is het inderdaad aan de mensen om een mening te vormen en ik kan daar verder niks aan doen. Er zullen altijd wel mensen zijn die het interessanter vind om iets niet goed te vinden. Dat heb ik over de jaren ook geleerd! Soms ga ik zo eens kijken op mijn favoriete filmsite www.imdb.com en kom je tot de ontdekking dat 13.000 mensen Schindlers List een nul geven. Ja, dan houdt het ook gewoon op hé! Ik heb maak de film die ik graag zou willen zien en heb een aantal mensen rondom mij die ik vertrouw, die me achteraf ook zullen zeggen wat ze minder goed vonden. Maar ik ben inderdaad ook een cijfermens en ik vind dat een film pas bestaansrecht krijgt in confrontatie met het publiek. Ik maak immers films voor een publiek! Ben uiteraard niet onnozel en weet dat de succesnorm voor een prent als Los anders zal zijn als voor Dossier K of voor Team Spirit. Niet alles is voor iedereen. Maar zelfs binnen de niche die je wilt bestrijken geldt een bepaalde norm. Als Los geen 50.000 bezoekers – mijn vooropgestelde succesnorm – zou behaald hebben, dan zou ik erg teleurgesteld geweest zijn! Het is er 90.000 geworden en dat vind ik voor een film met die thema’s een mooi resultaat. Het had meer mogen zijn natuurlijk! Had liever de 100.000 gehad voor mijn winning streak… (lacht) Maar het is hoe dan ook een zeer correct resultaat voor Los. Ik zal even een andere vergelijking geven. Aanrijding in Moscou doet ongeveer 200.000 bezoekers, wat een gigantisch succes is. Als Loft dit cijfer behaald had dan sprak men van een enorme flop. Dus die normen bestaan wel degelijk (voor mij). Ik zou het niet tof vinden om een film te maken waar op de première alleen mijn familie zou naar komen kijken en die op één of ander festival in Vladivostok de “Zilveren mijnschacht” zou winnen. (lacht) Dus ik ben zeker benieuwd wat Dossier K gaat doen.
Los was een veel kleinere film. Verlopen de voorbereidingen anders voor een ambitieuzere prent als Dossier K?
De ‘nuts & bolts’ van het filmmaken blijven in principe hetzelfde. De problemen worden alleen groter! (lacht) Kijk, ik ben een regisseur met een klein ego. Ik vind het leuk om films te maken. Ik wil verhalen vertellen en dat hoeven niet per se mijn verhalen te zijn. Dit is zoals eerder gezegd al mijn tiende film en het is tof dat het, met uitzondering van de twee Team Spirits, allemaal heel verschillende dingen waren. Ik stel mij als regisseur ten dienst van het verhaal. Je krijgt een verhaal en dan ga je nadenken hoe je dat het beste verteld. Voor Los zoek je een andere vormgeving als voor Team Spirit of Alias. Met Dossier K was het vaak neerzitten met de production-designer of director of photography. Je kijkt naar andere films en je kiest een look. Ik vind het dan ook geweldig om voor elke film iets anders te vinden, andere tereinen te verkennen. Je hebt regisseurs die variaties op hetzelfde thema maken en dat is niets voor mij.
De twee films die nu op stapel staan. Kan je daar al iets meer over vertellen?
(lacht geheimzinnig) Het één is een romantische komedie en het ander zal waarschijnlijk een zombie-slasher worden…
Kan het kloppen dat dit het beruchte horrorproject is waar je me enkele jaren geleden nog van sprak?
Ja (zichtbaar gamuseerd), dat scenario is er nu. Dat ligt klaar, maar ik moet gewoon een beetje kijken qua timing. Ik ben erg blij dat ik zoeel films kan en mag maken, maar dit tempo is niet vol te houden. Ik kan moeilijk elk jaar weer opnieuw aankloppen (bij het Vlaams Audiovisueel Fonds, nvdr.): “Hey, hier ben ik weer!”. Er is ondertussen ook een nieuwe generatie die ook aan bod moet komen, wat overigens zeer terecht is. Ik moet het dus een beetje spreiden en wat nadenken van wat eerst te doen. Maar de bedoeling is inderdaad dat de drie (!) volgende films, enfin waarvan ik denk dat het mijn drie volgende films zullen zijn, weer totaal verschillende dingen zullen zijn dan ik al gedaan heb. En dat vind ik spannend!
In de boeken van Jef Geeraerts zijn de menselijke relaties tussen de personages vaak nog belangrijker dan de actie en spanning. Hoe pakte je dit aan qua acteursregie en dergelijke?
Dat geldt ook voor de film. Voor alle duidelijkheid, ik gebruik nu wel de Jason Bourne-trilogie als referentie, maar dat is out of our league. Dat moet je respecteren. Wij gaan namelijk nooit het verschil kunnen maken met actie. Wat niet wil zeggen dat wanneer je actie doet, je het niet goed moet doen. En dat gaan we ook proberen! Maar ik moet niet gaan proberen om te gaan concurreren met Terminator: Salvation, want dat is zinloos. Dus een film als Dossier K, De Zaak Alzheimer en Loft staat of valt met de personages. Dat is dan ook de eerste bekommernis. Er is zeer lang aan het scenario gewerkt, met veel lagen en daar hou ik enorm van. Elk personage komt uiteindelijk emotioneel beschadigd uit de film. Je hebt veel genrefilms waar de bad guys echt de slechterikken, maar dat is hier net als in De Zaak Alzheimer dus helemaal niet het geval. Wat maakte Ledda zo een interessant personage? Die mens is een huurmoordenaar, dus iemand waar je normaal geen sympathie voor zou mogen voelen. Toch werd dit personage vertolkt als een mens, met een achtergrond waar je kon inkomen. Dat is bij Dossier K net hetzelfde. Zo hebben we een boel personages die aan de verkeerde kant van de wet staan, maar waar je als toeschouwer – tenminste als we onze job goed gedaan hebben – een zekere mate van empathie voor zou kunnen voelen.
Hebben de acteurs een zekere vrijheid om de personages in te vullen?
Je hebt de repetitie en de lezingen, dus in principe weten ze wel wat ze moeten doen. Dan is het nog een kwestie van wat bijsturen op de set, maar ik zit sowieso met een cast van ervaren mensen. Koen De Bouw is onwaarschijnlijk. Die is zo consistent in zijn spel en tekstvastheid! Hilde (De Baerdemaeker) komt dan net uit de Louislouise ervaring, dus die staat constant op scherp. Bovendien kennen de meeste hun personage al uit de vorige film en weten dus waar ze op kunnen verder bouwen. Dus wat dat betreft hebben we daar niet veel tijd ingestoken en dat is prima verlopen. (lacht)
Het is overigens een enorm geluk dat de actualiteit wat mee zit met de release van de film.
Eigenlijk heel straf, want dat boek is al heel lang geschreven (in 2002 op precies te zijn, nvdr.). Jef was één van de eerste die dat gegeven van de Albanese mafia in een fictieverhaal gebruikte. Het is overigens interessant als je het boek leest dat er nog gesproken wordt van het Falconplein in Antwerpen, waar destijds ook de Albanese mafia zat. Dat is nu allemaal opgekuist, verplaatst naar andere wijken in de stad en bovendien minder geconcentreerd op één plaats. Maar het gegeven van de Albanese mafia en zijn internationale vertakkingen van de misdaadclans is inderdaad nog even actueel dan als Jef het schreef.
Maar uiteraard ook de diverse zaken die in ons justitiesysteem lijken mis te gaan. Gaan we in Dossier K scherpe kritieken zien op ons falende rechtsysteem?
Wel, één van de interessante personages in de film is procureur Bracke, gespeeld door Jappe Claes – die ook al een kleine rol had in De Zaak Alzheimer. Dat is nu eigenlijk één van mijn lievelingspersonages geworden. Op een gegeven moment laat hij – en mag natuurlijk niet teveel verklappen (lacht) – een aantal dingen vallen over de justitie die geweldig vinger op de pols zijn. Het ‘dweilen met de kraan open’-gevoel leeft bij zeer veel mensen. Deze frustratie en het zeer begrijpelijke ongenoegen is de voedingsbodem van Bracke. Dat maakt hem enorm interessant! Het is dus wel een genrefilm, maar er zit vlees aan.
Als Dossier K uitgroeit tot een enorme kaskraker, mag men jou dan bellen voor het derde deel in de reeks?
Ik weet dat zo nog niet. Never say never uiteraard, ik heb geen ego en kijk wat ze me aanbieden of wat ik zelf ontwikkel. Maar Erik Van Looy legde de fundamenten, ik heb daar nu het eerste verdiep opgezet en ik zou het eigenlijk nog het leukst vinden als zo een jonge wolf deel drie doet. Ik denk maar aan Jakob Verbruggen, Joël Vanhoebrouck of Pieter Van Hees, vooral deze laatste zou er waarschijnlijk een heel andere draai aan geven. Er is nu ook een generatie regisseurs die eigenlijk geen auteursfilms willen draaien. In de filmscholen is het lang de auteurstheorie geweest en er is niets dat meer schade heeft aangericht aan de cinema dan dat! Nu willen de filmmakers van vandaag ook gewoon toffe films maken waar volk komt naar kijken. Erik Van Looy en ik zijn bijna even oud en we hebben elkaar heel vroeg leren kennen. Ik denk dat we veertien à vijftien jaar waren toen we samen naar de cinema gingen. Wij waren toen de uitzondering! Wij waren de gasten die liever voor de tweede keer naar Jaws gingen, dan naar de nieuwe Fassbinder. Die gingen we uiteindelijk ook wel kijken, maar dat was meer vanuit een soort plichtsbesef. Ons hart lag toch wel bij Jaws, Mad Max en dat soort dingen. Nu is dat eindelijk wat minder taboe heb ik de indruk. Vandaar dat het interessant zou zijn dat iemand van de nieuwe generatie een eventueel derde prent zou inblikken. Ik voel de hete adem in mijn nek! (lacht)
Neem zeker een kijkje op de officiële website en hou deze pagina’s in het oog voor een exclusief setverslag, meer interviews en uiteraard onze recensie van Dossier K!
Warning: Undefined array key -1 in /home/public/sites/www.moviepulp.be/wp-content/plugins/gd-rating-system/d4plib/core/d4p.wpdb.php on line 345
Zéér mooi gedaan Steve!
Thanks K :)