Van 8 tot en met 20 april 2014 was het voor de 32ste keer het Brussels International Fantastic Film Festival. Net als vorig jaar zakte het hele bloederige circus af naar het prachtige Paleis van Schone Kunsten in hartje Brussel. En eveneens traditie is dat er een resem fijne internationaal bekende filmgasten afzakken naar ons kleine Belgenlandje voor dit gerenomeerde festival. Zo ook de immer charmante en ondanks haar gezegende leeftijd nog erg aantrekkelijke actrice Caroline Munro, die bij het grote publiek bekendheid verwierf door vertolkingen in onder andere The Golden Voyage of Sinbad en The Spy Who Loved Me. Bij de horrorliefhebbers maakte ze zich dan weer onsterfelijk dankzij gesmaakte verschijningen in een hele rits klassiek geworden horrorfilms zoals Dracula A.D. 1972, Captain Kronos: Vampire Hunter, Slaughter High en uiteraard Maniac.
Met de release van het boek Hidden Horror: A Celebration of 101 Underrated and Overlooked Fright Flicks (gecompileerd door collega “horror hound” Dr. AC/Aaron Christensen en gepubliceerd door Kitley’s Krypt) nog erg fris in het geheugen, kon ik het niet laten om het bewuste boek even aan Caroline Munro te tonen. Dankzij het voorwoord van William Lustig – de regisseur van Maniac – en mijn essay over de eerder genoemde grimmige horrorprent uit 1980, was er onmiddellijk een mooie link en zodoende was ik zeer benieuwd hoe ze zou reageren. En daar werd onmiddellijk duidelijk waarom Caroline Munro zo geliefd is in het horror- en festivalwereldje, want ze was oprecht geëmotioneerd en verrast door de liefde die Maniac te beurt viel. Gecharmeerd en enthousiast ging het voormalige topmodel mee op de foto met uw dienaar, én mijn exemplaar van Hidden Horror. Weg was de professionele barrière die er meestal toch wel is tussen interviewer en de geïnterviewde, en vanaf dan werd het een oprecht en openhartig gesprek tussen gelijkgestemde genreliefhebbers. Na het lezen van mijn stuk complimenteerde ze de accuraatheid van de vele details en werd duidelijk dat ze nog steeds enorm onder de indruk is van Maniac: “It is still really creepy. I wouldn’t watch it on my own, and I know what happens (in the film)!”.
En huppa, we zijn vertrokken! Je wordt vanavond tot ridder geslagen in de befaamde “Orde van de Raafâ€. Hartelijk gefeliciteerd! Is dit je eerste keer in ons klein Belgenlandje?
Ik ben een hele tijd nog eens langs gekomen, maar is al wel enkele jaren geleden. En wat je zegt van de Orde van de Raaf… ik ben helemaal ondersteboven en vereerd, dus dat wordt weer een nieuwe ervaring voor mij!
Net als het Brussels International Fantastic Film Festival ongetwijfeld?
Ja, want het is mijn eerste keer. Ik ben gisteren pas aangekomen, dus hoop dat ik nog een dag heb om de sfeer helemaal in me op te nemen en de vele regisseurs te kunnen ontmoeten. Maar ik hou er nu al van (lacht)! Wel vond ik dat we gisteren een stil publiek hadden tijden de screening van Dracula A.D. 1972 (in de Cinematek, red.), ook was er helaas niet zo veel volk. Terwijl daarbovenop de film bleef vastlopen door een technisch mankement, wat toch jammer is. Ik had overigens wel al gehoord van het beroemde BIFFF-publiek dat zit te roepen naar het scherm en dergelijke, maar hier waren de kijkers erg respectvol voor de film.
Je werd wereldberoemd in 1977 als Bondgirl Naomi in The Spy Who Loved Me. Hoe was die ervaring voor je?
Het was fantastisch om die film te kunnen maken! Ik heb veel geluk gehad dat ze mij hebben gekozen voor de bewuste rol. Toch was ik enorm blij dat ze me gekozen hebben voor deze rol in plaats van de hoofdrol (die vertolkt werd door Barbara Bach, red.). Er rust dan zoveel verantwoordelijkheid op je schouders, zeker bij zo een beroemde en grote franchise als James Bond. Nee, ik voelde me veel beter thuis in de huid van de speelse, ietwat stoute Naomi. Die rol was belangrijk genoeg, maar ook weer niet te groot (lacht). Ik heb er echt van genoten. Zeker om samen te werken met Lewis Gilbert – een geweldig regisseur, en uiteraard Roger Moore…
Dat was mijn volgende vraag: Hoe was het om een periode dag in, dag uit met Roger Moore te werken?
Roger bracht zoveel van zichzelf mee in die rol. Hij maakte zich de rol volledig eigen, zoals je merkte aan de unieke humoristische inbreng. En toch was hij nog steeds stoer en mannelijk genoeg voor de rol van James Bond. Zo anders dan Sean Connery. Maar volgens mij was Pierce Brosnan een mooie gebalanceerde gulden middenweg van Connery en Moore, vind je niet?
Helemaal mee eens!
Maar ik ben dan anderzijds ook helemaal gek van Daniel Craig… I like him (bijna zwijmelend als een tienermeisje, red.)! Hij is hardcore, echt meedogenloos. Terwijl Ian Fleming het personage zo geschreven heeft, blijft Bond toch aan fantasy-personage. En dat moet het ergens steevast ook blijven, maar Barbara Broccoli – Cubby’s ofte Albert R. Broccoli’s dochter – en Michael Wilson hebben de opdracht aanvaard om Bond terug eigentijds en modern te maken, en ze hebben dat perfect gedaan met Daniel Craig. Ze hebben het een bikkelhard randje gegeven. Daniel brengt er soms nog wel een lichte kwinkslag in, maar niet zoals Roger. In dat opzicht ben ik zeker benieuwd wat de volgende Bond-acteur van het personage kan maken…
Om nog even bij James Bond te blijven, heeft je rolletje in deze wereldberoemde franchise bepaalde deuren geopend?
Het zou zeker gekunnen hebben, maar ik heb er bewust voor gekozen om dat traject niet af te leggen. Cubby Broccoli zei nog tegen me: “Ga even in Amerika wonen, ik kan je aan de juiste mensen voorstellen en je zal er dan zeker kunnen werken!â€, en hoewel ik er even heb over nagedacht wou ik mijn ouders – die toen al bejaard waren – niet achterlaten. Dus ik zei neen. Dan heb ik veel in Europa gewerkt: Frankrijk, Italië en Spanje. Dus ik heb hoe dan ook altijd kunnen werken.
Dat is best moedig van je!
Misschien een beetje dwaas, maar het was volledig mijn eigen keuze. Ik kreeg de keuze en koos ervoor om het niet te doen. In de jaren tachtig had ik overigens opnieuw de kans, wanneer ik werd uitgenodigd voor een casting in New York voor één van de bekende soapseries. Dit keer ben ik overgevlogen, heb de mensen van de productie ontmoet en deed netjes auditie. Ik kreeg dan een vaste rol aangeboden in The Bold & the Beautiful, of The Young and the Restless – want mijn geheugen laat me even in de steek – en moest dan een contract voor vijf jaar ondertekenen. Waarop ik aan mijzelf vroeg “Wil ik dit echt wel?â€. Dus toen ik dat eveneens weigerde, was dat zowat het einde van de echte doorbraakkansen. Tegen dan begon ik ook al ouder te worden. Dus ik besloot om terug te komen naar Groot-Brittannië, en dan werden mijn twee kleine meisjes geboren in ’90 en ’94 (lacht). Dan heb ik even tijd voor mezelf en genomen, om enkele jaren later opnieuw aan de slag te gaan.
Dan gaan we even helemaal terug naar je befaamde periode bij Hammer. Wat kan je ons vertellen van die bewuste periode in je carriere?
Dat was een geweldige periode! Net als Bond een beetje een familiesfeer, omdat ze steevast dezelfde crewmensen gebruikten. En na veel samenwerken wordt je ook een zeer goed team. Als ze dan een deftig script hadden en de juiste acteurs wisten te plaatsen in de juiste film, dan was het project al half geslaagd. Ik ben overigens zelf een grote fan van sfeervolle belichting, en dat is iets waar ze bij Hammer zeker kaas hadden van gegeten. Iets waar ze in Europa steevast goed in zijn! Jullie maken echt schilderijen van jullie films, echt prachtig.
Dank je wel! Naast je legendarische films bij Hammer en AIP werkte je ook nog met een andere absolute legende van de genrecinema, namelijk Ray Harryhausen voor The Golden Voyage of Sinbad. Kan je even je licht werpen op die bewuste samenwerking?
Dat was echt een prachtige film van een geweldige vriend. Het is altijd een beetje moeilijk om te starten als ik over Ray dien te praten, want ik heb hem zo lang gekend. We go back sooo far, en helaas zijn we hem vorig jaar verloren en dat is… (krijgt het even moeilijk, red.). Iets voor hij stierf hebben we samen Sinbad bekeken in zijn fraaie woning te Harlem Park, en hebben de film van humoristische commentaar voorzien. Zo een blije herinnering! Maar om te antwoorden hoe het was om met Ray te werken: Het was iets dat ik nooit gedaan had, en sindsdien ook niet meer gedaan heb. He is truly the godfather of special effects. En ik durf het zelfs bijna magie te noemen! Hoe hij al die prachtige wezens en creaturen wist te creëeren was uitzonderlijk. Hij noemde zijn creaties overigens nooit of te nimmer monsters. Op deze moment zijn ze druk in de weer om al zijn indrukwekkende creaturen te stockeren en Vanessa, zijn dochter, heeft mij gevraagd om vertegenwoordigster te zijn van deze organisatie.
Wat een eer!
Ja ik vind het een geweldige eer! Ik had echt iets van “wowâ€. Maar ik ken Vanessa al van sinds ze negen was, want mijn stiefdochter Tammy ging samen naar school met Vanessa. Dus we hebben al heel wat geschiedenis samen, wat maakt dat het voor mij nog meer betekend. Voor The Golden Voyage of Sinbad hebben we overigens gedraaid in Spanje in de bekende filmstudios in Madrid, maar ook aan de mooie kust van Mallorca – waar we de Mount Rushmore-achtige hoofden op de rotsen gedaan hebben. Het was een prachtig avontuur dat we allemaal samen beleefd hebben. Want dan had je natuurlijk nog John Phillip Law als Sinbad, Tom Baker als de uitstekende slechterik Koura en uiteraard Martin Shaw, die zich ontpopte tot één van dé blikvangers op het Westend podium. Kortom, we hadden echt een geweldige cast- en crew voor die film.
Je werkte tot drie keer toe met een andere filmlegende: Joe Spinell, beginnende met Starcrash. Dat moet zeker ook een avontuur geweest zijn?
Oh my God Joe… He was indeed legendary! Hij was de liefste man die je kon hebben, één die ervan hield om grappen uit te halen. Joe genoot écht intens van het leven, en heb niemand geweten die zich zo inzette om alles te bereiken dat hij wilde. Iets wat je ook ziet in zijn rollen, want hij geeft steevast alles! Joe had passie en wanneer hij in een project geloofde… kijk maar naar Maniac, waar hij ook producer was samen met Bill (William Lustig, red.). Die film wilde hij juist hebben, dus Joe was er dag en nacht mee bezig. Hij heeft veel zitten kijken naar de special effects van Tom Savini, want Maniac was voor Joe als zijn kind. Dat had ik nog nooit gezien, iemand die er echt zo voor leefde. En het absolute contrast tenopzichte van zijn moordzuchtige personage was dat hij naast de opnames zo ongelofelijk charmant en lief kon zijn. Dat brengt me even terug naar hoe ik Joe voor het eerst ontmoette: Ik zat in de make-up in de prachtige Cinecittà Studios in Rome, met mijn grappig outfitje aan en plots hoor ik in de wandelgangen een boel commotie. Joe – die helemaal draaiklaar was – kwam zich volledig in character tot en met dialoog toe voorstellen! We werden uiteraard zéér hechte vrienden, waardoor we tot drie keer toe samenwerkten. We became a little bit like chalk and cheese (schaterlacht). We waren dus erg verschillend, maar toch begrepen we elkaar.
Zijn er scènes uit Maniac, waar jij en Joe samen spelen, die je tot op heden zijn bijgebleven?
Ik herinner me vooral de scène waar ik als fotograaf in de studio werk met de modellen, en deze wat richtlijnen geef. En Joe komt langs achter binnen en hij roept de naam van mijn personage (Anna D’Antoni, red.), waarop ik me omdraai. Waarop hij uit het niets een knuffelbeer mijn kant uitgooit! Ik kan de beer net grijpen, waarop hij vraagt: “Do you like it?â€. Ik was er gek van, maar omdat ze deze hele tijd hadden zitten filmen, kwam ik echt volledig uit de lucht gevallen (lacht). En dergelijke verrassingen dat was Joe. Ik heb de knuffel overigens nog steeds, Joey-bear (lacht)!
Je kan tot op de dag van vandaag nog steeds clipjes vinden van misnoegde vrouwen die staan te betogen voor de bioscopen waar ze de horrorfilm vertoonden. Wist je al van in den beginne dat Maniac zo gewelddadig en donker zou worden?
Helemaal niet! En inderdaad wat betreft het betogen. Dat was voor de première in Los Angeles. Ik wou echt graag gaan, maar dan kreeg ik plots een telefoontje van Joe die me vertelde dat hij het echt geen goed idee vond dat ik zou komen. We hebben wel samen de promotietour in Duitsland gedaan! En om even terug in te pikken of ik het van in het begin wist: Ik had het scenario gelezen, maar dat was véél tammer dan wat je uiteindelijk op het scherm zag. Het is zo een rauwe film, iets wat ik wederom nog niet gezien had. En Tom was zo bij de pinken qua speciale effecten! Toen ik de film de eerste keer had gezien in New York, kon ik na de vertoning niets uitbrengen. Ik was best geschokt! Maar dan kwam Robert Duvall op mij af en nam me met beide armen vast, waarop hij me zei: “Good job.†Ik kon niet meer antwoorden dan een stamelende dank u wel, maar ik wist toen dat we een bijzondere weg hadden afgelegd. Joe was ook tevreden. De film deed werkelijk gouden zaken in New York, waarna Maniac draaide in LA en al de problemen begonnen. Maar ik denk altijd maar, terwijl er inderdaad een boel vrouwen sterven in de film, worden er toch ook enkele mannen vermoord?
Juist! Hetgeen me je echter het meest deed respecteren, was – dat je ondanks al het geweld, het protest en de controverse – Maniac toch maar mooi bleef verdedigen in de mainstreampers.
Uiteraard, dat spreekt voor zich toch? Joe, Bill en Andrew Garroni hadden al zoveel meegemaakt om de film gerealiseerd te krijgen. Zoveel bloed, zweet en tranen. Om niet te spreken van de vele tijd dat er voor hen in was gekropen. Ze geloofden er helemaal in en als trio hebben deze heren het verhaal verwezenlijkt, overigens losjes gebaseerd op de “Son of Sam†moorden. Naast Joe, had ik Bill ook erg graag, dus ik vond het niet meer dan normaal om er ook blijven voor te gaan.
En dan was er uiteraard The Last Horror Film. Was het de bedoeling dat ik een Maniac-achtig gevoel kreeg bij deze film?
It has a very Maniac-feel! (lacht) We maakten deze tijdens het Filmfestival van Cannes (van 1981, red.), dus repeteren was er niet bij. Iets wat ik overigens niet erg vond, want ik hou niet echt van te veel te repeteren. Ik verkies liever te improviseren en zo ontdekken waar ik uitkom. Best ook wel een angstaanjagende film. Ondanks alle chaos zijn de interieurscènes nog mooi ingeblikt, maar de buitenscènes zijn natuurlijk erg rock & roll. We hadden een resem goede mensen in de crew – zoals onder andere director of photography Tom Denove en regisseur David Winters – die uiteindelijk alles voor elkaar hebben gekregen met het erg beperkte budget. Maar het is wat het is!
Je dook ook op in de slasherfilm Slaughter High als zogenaamde ‘final girl’. Vind je het erg dat mensen je ook bekijken als scream queen?
Ik weet het oprecht eigenlijk niet. Het gebeurt ondertussen wel meer en meer. Maar toen men me voor het eerst zo omschreef toen ik voor het eerst in Amerika zat, was ik niet zeker of ik het wel als een compliment kon beschouwen. Het ging toen over de nieuwe lichting ‘scream queens’ en de bewuste dames – hoewel lieve dames – deden niet meer dan schreeuwen en naakt wezen… Terwijl ik een deftrige actrice ben die nu toevallig een boel genrewerk gedaan heeft, maar ook heel andere zaken. Maar ik weet dat een heleboel fans en liefhebbers van genre het wel respectvol en liefhebbend bedoelen. Bovendien schreeuw ik écht goed (schaterlacht)! Een radiostation uit London heeft me recent nog gevraagd om live op antenne eens goed te schreeuwen, waar ik na toch even twijfelen toch mijn best heb gedaan (lacht).
We hadden het er al over dat je na The Spy Who Loved Me specifiek de andere richting uitgegaan bent, dus wat trekt jou zo aan in ons geliefde genre?
Ik heb er zeker affiniteit mee, maar dit had ik niet gedacht toen ik starte. Nu klinkt het waarschijnlijk een beetje onnozel als ik zeg dat het een beetje toevallig gebeurde, maar ik had in het begin echt geen idee wat ik juist wilde doen in dit leven. Buiten mijn kunstopleiding had ik geen kwalificaties, ik kon dus niet veel (lacht), en gebeurde het plots. En toen plots met Christopher Lee op set stond merkte dat ik er van hield, dat er echt een klik was, dus toen dacht ik: waarom het niet omarmen? Achteraf bekeken had ik misschien graag hier en daar nog iets meer mainstreamwerk gedaan, maar anderzijds voel ik me erg vereerd en gelukkig dat ik al zoveeeeeel jaren aan de slag mag zijn in deze toch wel onzeker filmindustrie. En als ik dan ook nog eens deel kon uitmaken van het genre dan maakt me dat erg gelukkig…
…en wij als fans ook!
Oooooh, so nice! Merci beaucoup Steve
Ontdek hieronder een fijne selectie van haar werk:
Met veel dank aan Jonathan Lenaerts en het BIFFF-persteam. Meer info over het Brussels International Fantastic Film Festival ontdek je hier.
Meer informatie omtrent Hidden Horror ontdek je op de Facebook-pagina rond het boek.